
Arm Vlaanderen! Dat kleine, charmante stukje land waar we dromen van klimaatneutraliteit, maar wakker worden in een beleidsmatige chaos. Wat een voorrecht om getuige te zijn van de afgelopen vijf jaar renovatiebeleid – een meesterwerk van politieke improvisatie. Een beleid zo consistent als een dronkenman op een eenwieler. Een symfonie van goede bedoelingen, uitgevoerd door een orkest dat weigert te stemmen. Wie had een plan nodig als je ook gewoon een dobbelsteen kon gooien?
Het Grote Plan dat Geen Plan Was
Alles begon rond 2020 met een visioen. Tegen 2050 zou elke Vlaamse woning – van de riante villa in Brasschaat tot het vochtige kot in Gent – een stralend EPC-label A dragen. Klimaatneutraal! De champagne werd ontkurkt in de Wetstraat. De toespraken waren groots. De werkelijkheid? Laten we zeggen: ‘uitdagend’.
Om dit nobele doel te bereiken, werd de meest Vlaamse oplossing uit de kast gehaald: een tsunami van premies. Er was de EPC-labelpremie, de Totaalrenovatiebonus, de Mijn VerbouwPremie... Het leek wel of er in elk ministerieel kabinet een stagiair zat met de opdracht: “Verzin nog een premie, eender wat, zolang het maar ingewikkeld klinkt!”
Het resultaat was adembenemend. De gemiddelde Vlaming die zijn dak wilde isoleren, had een team van fiscalisten, een waarzegger en een crypograaf nodig om het kluwen van regels, uitzonderingen en aanvraagprocedures te ontcijferen. Het was een administratieve hindernissenbaan die ontworpen leek om de meest vastberaden burger te doen opgeven. En het werkte wonderwel! De renovatiegraad bleef steken op een zielige 1% per jaar, terwijl we minstens 3% nodig hadden. Missie geslaagd!
De Grote Herstructurering: Een Les in Sociale Engineering
Maar stilzitten is voor amateurs. Net toen de Vlaming dacht de spelregels te begrijpen, besloot minister Depraetere in juli 2025 dat het roer drastisch om moest. De redenering was briljant: onderzoek toonde aan dat 65% van de premies terechtkwam bij mensen die het geld eigenlijk niet nodig hadden. Mensen die, stel je voor, toch al van plan waren om hun huis te verbeteren. Schandalig!
De oplossing was even eenvoudig als geniaal: we maken het systeem zo dat de premies bijna uitsluitend naar de laagste inkomens gaan. De middenklasse, die brave ruggengraat van de samenleving die plichtsgetrouw belastingen betaalt, werd vriendelijk bedankt voor bewezen diensten en de deur gewezen. “Jullie zijn te rijk voor een premie, maar te arm om zonder te renoveren. Veel succes!”
Bouwfederaties waarschuwden dat dit de renovatiemotor zou doen sputteren. Dat mensen, zonder financieel duwtje, hun plannen in de ijskast zouden steken. Maar wat weten zij er nu van? Zij denken in termen van economie en logica. In de politiek gaat het om symboliek! Het was een prachtig staaltje van het paard achter de wagen spannen: eerst de verplichting opleggen, en dan pas de middelen wegnemen om eraan te voldoen.
Septemberverklaring: De Grote Opruiming
En toen kwam september 2025. Minister-president Diependaele, met de vastberadenheid van een bulldozer, kondigde de grootste besparingsoefening ooit aan. Er moest 1,5 miljard euro gevonden worden. En waar vind je geld? Juist, door de weinige overgebleven wortels voor de neus van de burger weg te kapen.
Met een pennenstreek werden de Mijn VerbouwPremie voor de twee hoogste inkomenscategorieën (€47 miljoen besparing) en de volledige EPC-labelpremie (€32 miljoen besparing) naar de geschiedenisboeken verwezen. De boodschap was duidelijk: we willen heel graag dat u renoveert, maar u moet het wel zelf betalen.
De rechtvaardiging was, alweer, van een poëtische schoonheid. "De premies gingen toch maar naar de rijken," klonk het in koor. Inderdaad. In plaats van het systeem te verfijnen zodat het de juiste mensen bereikt, gooien we gewoon het hele systeem overboord. Het is als een chirurg die een patiënt met een zere teen adviseert om het hele been te amputeren. Probleem opgelost.
De ironie is bijna tastbaar. Vijf jaar lang hebben we een complex, duur en inefficiënt premiesysteem opgetuigd. Een systeem dat, volgens de regering zelf, zijn doel miste. En de conclusie die men daaruit trekt, is niet om het te verbeteren, maar om het af te bouwen. Het is een bekentenis van onmacht, verpakt als een daad van budgettaire verantwoordelijkheid.
De Mythe van Collectieve Renovatie
Terwijl de overheid zich bezighield met dit premie-circus, fluisterden experts al jaren over een alternatief: collectieve renovatie. Wijk per wijk, straat per straat. Gebruikmaken van schaalvoordelen, de kosten drukken, de overlast beperken. Een logisch, efficiënt en sociaal rechtvaardig model.
En wat deed de Vlaamse regering? Ze creëerde een bescheiden premie voor collectieve renovatiebegeleiding en schafte die vervolgens geruisloos af op 1 januari 2025. Het was een prachtig symbool: we erkennen dat dit de toekomst is, en daarom stoppen we ermee. Collectieve renovatie werd behandeld als een exotisch huisdier: leuk om even te aaien, maar veel te veel gedoe om er echt voor te zorgen.
De Erfenis: Een Gebouw in Puin
Wat is de balans na vijf jaar van dit ‘dynamische’ beleid? We hebben een renovatieplicht die voor velen onbetaalbaar is geworden. We hebben een bevolking die cynisch en verward is. We hebben een bouwsector die van de ene onzekerheid in de andere strompelt. En we hebben een klimaatdoelstelling die verder weg lijkt dan ooit.
De Vlaamse regering heeft zich gedragen als een onhandige doe-het-zelver die aan zijn eigen huis begint te werken zonder plan. Eerst sloegen ze muren uit die dragend bleken te zijn. Daarna probeerden ze het dak te repareren met tape. En toen de hele constructie dreigde in te storten, besloten ze dat het probleem niet bij hen lag, maar bij het huis.
Een Oproep tot Gezond Verstand
Misschien is het tijd voor een radicaal nieuw idee. Wat als we zouden stoppen met deze politieke ADHD en zouden kiezen voor een langetermijnvisie? Wat als we een stabiel, voorspelbaar en eenvoudig ondersteuningskader zouden creëren? Wat als we eindelijk écht zouden investeren in collectieve, wijkgerichte renovaties, met een Vlaamse Renovatiemaatschappij die de last van de schouders van de individuele burger haalt?
Het zou betekenen dat we de verantwoordelijkheid niet langer afschuiven op de burger, maar die als overheid zelf opnemen. Het zou betekenen dat we efficiëntie en rechtvaardigheid boven electorale spelletjes plaatsen.
Maar ach, dat is waarschijnlijk te veel gevraagd. Het is veel spannender om te zien welke nieuwe, verrassende wending deze renovatie-sitcom volgend jaar weer voor ons in petto heeft. Ik zit alvast klaar met mijn popcorn. Want één ding moet je de Vlaamse regering nageven: saai is het nooit.
Disclaimer voor de gevoelige lezer: deze column is uiteraard pure satire. Elke gelijkenis met het daadwerkelijke Vlaamse renovatiebeleid is volledig... onvermijdelijk.
Rudi D'Hauwers - AI-optimist - 25 september 2025
Disclaimer: dit document bevat deels AI-gegenereerde inhoud. Alle intellectuele input en redactionele controle berust bij de auteur. De geuite standpunten en meningen zijn persoonlijk en weerspiegelen mijn eigen visie.
Reactie plaatsen
Reacties