De duivelse provocateur: een verhaal over Félicien Rops en de kunst van de rebellie

Gepubliceerd op 27 augustus 2025 om 15:56

"Pornocrates" (1878) by Félicien Rops depicts a provocative woman leading a pig, symbolizing satire and social critique in fin de siècle Belgium.


Het is een ijskoude februariavond in 1886 in Brussel. De elite van de Belgische kunstwereld heeft zich verzameld in de galerijruimtes van Les XX (Les Vingt), een avant-garde kunstenaarsgroep die bekendstaat om hun provocatieve tentoonstellingen. De hoge heren en dames van de burgerij, getooid in hun mooiste avondkleding, flaneren langs de muren vol schilderijen en tekeningen. Plotseling valt er een stilte over de zaal. De conversaties verstommen, waaiers klappen dicht, en geschokte uitroepen doorbreken de eerbiedige sfeer.

Voor hen hangt een aquarel die de Belgische kunstwereld zal doen beven: Pornocrates van Félicien Rops. Een bijna naakte vrouw, gekleed in alleen zwarte kousen, handschoenen en een gevederde hoed, leidt een varken aan een leiband. Geblinddoekt stapt zij over een fries van klassieke kunstallegorieën heen, terwijl drie engeltjes angstig wegvliegen.

Het werk is een directe aanval op alles wat de burgerij heilig houdt: kuisheid, moraliteit en goede smaak.

"Schandelijk!" roept een van de aanwezige critici. "Dit is geen kunst, dit is pornografie!" Een andere bezoeker eist dat het werk onmiddellijk weggenomen wordt. Maar de 53-jarige Félicien Rops, de man achter dit controversiële meesterwerk, staat rustig in een hoek van de zaal, zijn donkere ogen glimmend van plezier. Hij heeft precies bereikt wat hij wilde: de hypocrisie van zijn tijd blootleggen door middel van zijn satirische kunst (kunst die door overdrijving en ironie maatschappelijke gebreken aan de kaak stelt).

Dit is het verhaal van België's meest provocatieve kunstenaar, een man die de grenzen van goede smaak bewust overschreed om een spiegel voor te houden aan een samenleving vol schijnheiligheid en morele starheid: van Rebelse student tot Parijse provocateur

De Jonge Revolutionair uit Namur

Onze reis begint in 1833 in het pittoreske Namur, waar Félicien Joseph Victor Rops wordt geboren als enige zoon van een welgestelde textielhandelaar. Het is een tijd van grote veranderingen: België heeft pas drie jaar eerder zijn onafhankelijkheid uitgeroepen, en de jonge natie worstelt nog met haar identiteit. De industriële revolutie verandert het landschap en de samenleving ingrijpend, terwijl de katholieke kerk en de opkomende burgerij vechten om culturele hegemonie.

De jonge Félicien groeit op in een burgerlijk milieu (de sociale klasse van handelaars, ambtenaren en vrije beroepen die macht en status ontleent aan bezit en opleiding) dat zowel katholiek als liberaal is - een paradox die zijn latere rebellie zal voeden. Zijn vader verkoopt katoenen en calicostoffen, wat de familie voldoende welstand verschaft om Félicien een uitstekende opleiding te geven. Maar al vroeg toont de jongen meer interesse in tekenen dan in rekenen.

Op het jezuïetencollege in Namur leert Félicien discipline en retorica, maar ook een diepe afkeer van religieuze hypocrisie. De strenge monniken prediken nederigheid en kuisheid, terwijl zij zelf leven in weelde en macht. Deze tegenstelling zal later een terugkerend thema worden in zijn werk. "Ik heb een hekel aan al dat gedweep, aan al die religies," zal hij later schrijven aan zijn vriend Théo Hannon.

Wanneer Félicien achttien jaar oud is, sterft zijn vader plotseling. De erfenis die hij achterlaat, stelt de jonge man in staat zijn dromen na te jagen. In 1851 schrijft hij zich in aan de Université Libre de Bruxelles (Vrije Universiteit Brussel, een liberale instelling opgericht in 1834 als tegenhanger van de katholieke Universiteit Leuven) voor een studie rechten. Maar Brussel opent een nieuwe wereld voor hem - een wereld van bohemiens, kunstenaars en vrije denkers.

De Geboorte van een Satirist

In Brussel sluit Rops zich aan bij studentenverenigingen met veelzeggende namen: "La Société des Joyeux" (Het Gezelschap van Vrolijke Vrienden) en "Le Cercle des Crocodiles" (De Krokodillenkring). Deze clubs zijn broeinesten van republikeinse ideeën en antiautoritair denken. Hier ontmoet hij Charles De Coster, die later beroemd zal worden met zijn verhalen over Tijl Uilenspiegel - de volkse rebel die de Spaanse overheersing bespot.

Het is in dit milieu dat Rops zijn eerste satirische tekeningen maakt voor het studentenblad Le Crocodile. Zijn scherpe pen spiegelt niemand, van professoren tot politici. Wanneer hij in 1856 dankzij zijn vaders erfenis het satirische weekblad Uylenspiegel opricht, heeft hij eindelijk zijn platform gevonden.

Uylenspiegel wordt het spreekbuis van jong België. De titel verwijst naar de Duitse volksheld Till Eulenspiegel, die door zijn streken en grappen de machthebbers voor gek zet - een perfecte mascotte voor Rops' rebelse geest. Iedere week publiceert hij bijtende lithografieën (prentkunst waarbij op een speciale steen wordt getekend en vervolgens afgedrukt) die geen heilig huisje ontzien.

Zijn karikaturale talent brengt hem al snel roem. De beroemde Franse fotograaf Nadar verklaart: "Er zijn geen vier potloden zoals dat van Rops in Parijs". Rops tekent de bourgeoisie als verwaande kwezels, de geestelijkheid als huichelaars, en de politici als opportunistische komedianten. Zijn lijnen zijn scherp, zijn blik meedogenloos.

De Ontmoeting met Baudelaire: Een Duivelse Vriendschap

In 1864 gebeurt er iets dat Rops' artistieke loopbaan definitief zal veranderen: hij ontmoet Charles Baudelaire, de dichter van Les Fleurs du Mal (De Bloemen van het Kwaad). Baudelaire, die in ballingschap leeft in België na zijn literaire schandalen in Frankrijk, herkent in Rops een verwante geest - iemand die net als hij de hypocrisie van de burgerlijke maatschappij wil ontmaskeren.

"Rops is de enige echte kunstenaar die ik in België heb ontmoet," schrijft Baudelaire aan een vriend. De dichter vraagt Rops om een frontispice (voorblad) te ontwerpen voor Les Épaves (De Wrakstukken), een bundel met zijn gecensureerde gedichten. Rops accepteert gretig deze kans om samen te werken met een van Europa's meest gevierde maar ook meest beruchtе dichters.

Het resultaat is een meesterwerk van symbolische kunst. Rops toont een skeletachtige boom waarvan de takken gevormd worden door de zeven hoofdzonden. Aan de voet van de boom slingeren zich vrouwelijke figuren die de verleidingen van het vlees verbeelden. Het is een donkere allegorie van de menselijke natuur, waarin goed en kwaad onlosmakelijk met elkaar verweven zijn.

Wanneer het frontispice gepubliceerd wordt, ontstaat er opnieuw een schandaal. Critici zijn verontwaardigd over de expliciete symboliek en de morbide esthetiek. Maar voor Rops is dit muziek in de oren. Hij heeft ontdekt dat provocatie een krachtig artistiek wapen kan zijn.

Parijs: De Hoofdstad van de Decadentie

Na zijn succesvolle samenwerking met Baudelaire wordt Rops steeds vaker naar Parijs gelokt. De Franse hoofdstad beleeft in de jaren 1870 haar Belle Époque (Mooie Tijd, een periode van culturele bloei en optimisme van ongeveer 1871 tot 1914), maar onder de glanzende oppervlakte broeit een gevoel van morele crisis. De fin de siècle (einde van de eeuw) mentaliteit voedt een kunst die geobsedeerd is door decadentie, dood en erotiek.

In Parijs ontpopt Rops zich tot de best betaalde illustrator van de stad. Zijn diensten worden gevraagd door de meest gerenommeerde uitgevers en schrijvers. Hij illustreert werken van Stéphane Mallarmé, Paul Verlaine, en Jules Barbey d'Aurevilly. Zijn tekeningen zijn niet langer alleen satirisch - ze worden symbolistisch, geladen met verborgen betekenissen en erotische spanning.

Maar het is ook in Parijs dat Rops zijn meest controversiële periode ingaat. Na het uiteenvallen van zijn huwelijk begint hij een relatie met de zusters Aurélie en Léontine Duluc, met wie hij in een ménage à trois (driehoeksrelatie) leeft. Dit onconventionele leven scandaliseert zelfs het bohemien Parijs, maar Rops trekt zich niets aan van de roddels. "Ik ben Rops, ik kan niet deugdzaam zijn en wil geen huichelaar zijn," verklaart hij.

De Vrouw als Destructieve Kracht

Het is in deze periode dat Rops zijn meest iconische werk creëert: Pornocrates (1878). Het schilderij toont een bijna naakte vrouw die een varken aan een leiband houdt. Zij is geblinddoekt en draagt alleen zwarte accessoires die haar naaktheid benadrukken. Het varken symboliseert de dierlijke lusten, terwijl de klassieke kunstallegorieën onder haar voeten liggen vertrapt.

Voor Rops verbeeldt dit werk de moderne vrouw die de traditionele waarden met voeten treedt. Maar er zit meer achter: het is ook een kritiek op de pornocratie (heerschappij van de wellust), een term die filosoof Pierre-Joseph Proudhon gebruikte om de morele verval van zijn tijd te beschrijven. Rops toont hoe de samenleving geleid wordt door zuiver instinct in plaats van rede of deugd.

Een ander terugkerend motief in zijn werk is de Dame met de Ledenpop (La Dame au Pantin). Deze reeks tekeningen toont vrouwen die mannen als marionet manipuleren. De man wordt gereduceerd tot een willoze pop, terwijl de vrouw hem controleert met bloederige handen. Het is een donkere visie op de relatie tussen de seksen, waarin liefde is vervangen door machtsspel.

De Symboliek van het Kwaad

Rops' fascinatie voor het occulte (het verborgen, mystieke of bovennatuurlijke) maakt hem tot een pionier van de moderne Symbolistische beweging (een kunststroming die emoties en ideeën uitdrukt door middel van symbolen in plaats van letterlijke voorstelling). Zijn werk biedt vol duivels, skeletten, en mystieke symbolen die verwijzen naar de donkere kant van de menselijke natuur.

In zijn serie Les Diaboliques (De Duivelse Vrouwen), geïnspireerd op de verhalen van Jules Barbey d'Aurevilly, verkent Rops de thema's van verleiding en verdoemenis. Iedere illustratie toont vrouwen in situaties waarin zij het kwaad belichamen of erdoor overwonnen worden. De tekeningen zijn technisch virtuoos, maar hun inhoud is zo explosief dat zij alleen in beperkte oplages gepubliceerd kunnen worden.

Rops' gebruik van erotische symboliek gaat ver voorbij oppervlakkige sensatie. Hij onderzoekt de psychologie van verlangen en de spanning tussen spiritualiteit en seksualiteit. Zijn beruchte tekening De Verzoeking van de Heilige Antonius toont de kluizenaar omringd door naakte vrouwenfiguren die zijn geloof op de proef stellen. Het is een moderne interpretatie van een klassiek religieus thema, waarin Rops laat zien hoe dünn de lijn is tussen heiligheid en zonde.

De Prijs van Provocatie

Tegen het einde van de jaren 1880 heeft Rops' reputatie als provocateur hem zowel roem als problemen gebracht. Zijn werk wordt bewonderd door vooraanstaande kunstenaars als Auguste Rodin, Edgar Degas en Édouard Manet, maar verafschuwd door conservatieve critici en kerkelijke autoriteiten. Tentoonstellingen van zijn werk worden geregeld verboden of leiden tot schandalen.

De spanning tussen bewondering en verontwaardiging wordt perfect geïllustreerd tijdens de tentoonstelling van Les XX in 1886, waar Pornocrates wordt getoond. Terwijl kunstkenners het werk prijzen als een meesterwerk van symbolische kunst, eisen burgerlijke bezoekers dat het verwijderd wordt. Rops geniet van de controverse - voor hem is kunst die niemand choqueert geen echte kunst.

Maar de constant strijd tegen conventie eist zijn tol. Rops' gezondheid, al jaren kwetsbaar door diabetes, verslechtert. Hij wordt steeds vaker ziek, en zijn artistieke productie neemt af. Toch blijft hij tot het einde trouw aan zijn principes. "De kunst moet modern zijn," schrijft hij, "en de moderne mens is een complex wezen vol tegenstellingen".

De Erfenis van een Rebel

In augustus 1898 sterft Félicien Rops in zijn huis in Essonnes, net buiten Parijs, op 65-jarige leeftijd. Zijn dood markeert het einde van een tijdperk. De fin de siècle periode wordt afgesloten door de komst van een nieuwe eeuw die nieuwe vormen van rebellie zal kennen.

Maar Rops' invloed reikt veel verder dan zijn eigen tijd. Hij heeft laten zien hoe kunst ingezet kan worden als wapen tegen hypocrisie en conformisme. Zijn technische meesterschap in de grafische kunst (de kunst van het maken van prenten, etsen en lithografieën) inspireert generaties kunstenaars. Zijn moed om taboes te doorbreken opent de weg voor latere bewegingen zoals het surrealisme en de popart.

Belangrijker nog: Rops heeft de moderne kunstenaar gedefinieerd als iemand die niet slechts schoonheid creëert, maar de werkelijkheid analyseert en bekritiseert. Hij toont aan dat echte kunst oncomfortabel moet zijn, dat ze vragen moet stellen in plaats van antwoorden geven.

Interactief moment: Rops geloofde dat de kunstenaar de taak heeft om een spiegel voor te houden aan de samenleving, ook als dat beeld niet flatteert. In hoeverre denk je dat dit nog steeds de rol van kunst is in de 21e eeuw? Welke hedendaagse kunstenaars spelen een vergelijkbare rol als Rops?

Vandaag bevindt zich het Musée Félicien Rops in Namur, zijn geboortestad, waar zijn werk wordt bewaard en bestudeerd. Het museum staat in een 18e-eeuws herenhuis dat toebehoorde aan zijn schoonfamilie - een ironische locatie voor een man die zijn leven lang streed tegen burgerlijke conventies.

Bezoekers kunnen er zijn evolutie volgen van jonge satirist tot volwassen symbolist, van regionale karikaturist tot internationale provocateur. Zijn werk blijft relevant omdat de thema's die hij aansneed - hypocrisie, machtsrelaties, seksualiteit, spiritualiteit - universeel en tijdloos zijn.

 

Rudi D'Hauwers - 27 augustus 2025

Disclaimer: dit document bevat deels AI-gegenereerde inhoud. Alle intellectuele input en redactionele controle berust bij de auteur.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.