
Het geluid van rollende koffers over de eeuwenoude keien van het San Marcoplein in Venetië vormt een vreemde dissonantie met het eeuwige ritme van de getijden in de lagune. Deze 14/06/25 zullen demonstranten daar opnieuw samenkomen, niet als pelgrims op zoek naar het heilige, maar als burgers die hun stad willen terugwinnen van wat zij 'touristificatie' noemen. Van Barcelona tot Lissabon klinkt dezelfde roep: "We willen ontgroeien".
Je woont in Disneyland, niet als Mickey Mouse of Donald Duck, maar als gewone burger. Elke dag stromen er duizenden bezoekers door je straat, maken selfies voor je voordeur en schreeuwen tot diep in de nacht. Je huurprijs verdubbelt omdat je buurman zijn huis liever verhuurt aan toeristen dan aan jou. Welkom in Barcelona, Venetië of Lissabon anno 2025.
Vandaag gaan duizenden mensen in Zuid-Europa de straat op met een simpele boodschap: genoeg is genoeg. In Barcelona roepen ze demonstranten zelfs op om waterpistolen mee te nemen - een symbolische daad die pijnlijk duidelijk maakt hoe ver we zijn afgegleden. Want als je waterpistolen nodig hebt om je eigen stad terug te veroveren, dan is er iets fundamenteel misgegaan.
De cijfers liegen niet
De realiteit is schrijnend. Barcelona heeft 1,6 miljoen inwoners maar ontving vorig jaar maar liefst 26 miljoen toeristen. Dat betekent dat er voor elke Barcelonees zestien toeristen langskomen. Stel je voor dat er elke dag zestien vreemden door jouw huis lopen - je zou gek worden.
In Venetië is het al helemaal absurd: tijdens het hoogseizoen zijn er 100.000 toeristen en meer dan 10.000 dagjestoeristen in een stad met nog maar 50.000 inwoners. Ter vergelijking: in 1954 woonden er nog 170.000 mensen in Venetië. De stad krimpt letterlijk weg onder het gewicht van haar eigen succes.
En dan hebben we het nog niet eens over de prijzen. In Barcelona zijn de huurprijzen in tien jaar tijd met 68% gestegen. Niet omdat de woningen beter zijn geworden, maar omdat verhuurders meer kunnen verdienen aan toeristen die 150 euro per nacht betalen dan aan locals die 800 euro per maand willen geven.


De illusie van authentiek leven
Maar hier zit de perverse ironie: toeristen komen juist naar deze steden voor de "authentieke" ervaring. Ze willen het echte leven proeven, de lokale cultuur ervaren, wegkomen uit hun eigen kunstmatige bestaan. Maar door hun aanwezigheid vernietigen ze precies datgene wat ze zo aantrekkelijk vinden.
Het is alsof je een vlinder wilt bekijken door hem dood te knijpen. De charme van een oude visserswijk in Barcelona zit hem in de was die aan de balkonnetjes hangt, de oude mannen die domino spelen op het pleintje, de buurtkatten die tussen de tafeltjes sluipen. Maar zodra die wijk overspoeld wordt door toeristen, verdwijnen de oude mannen (want wie kan er nog domino spelen met al dat lawaai?), wordt de was vervangen door Airbnb-reclames en worden de katten weggejaagd door groepen van vijfentwintig man die achter een gids met een luidspreker aanrennen.
De filosofie van het consumeren
Er schuilt iets duisters achter deze ontwikkeling. We leven in een tijd waarin alles - werkelijk alles - een product moet worden. Steden worden gemarketing als 'experiences', culturen als 'authentieke belevenissen', en mensen als figuranten in ons persoonlijke verhaal.
Zoals de theoloog Isaac Joseph het beschrijft: er is sprake van 'objectivering' van de ander. Toeristen zien inwoners niet als medemenesen met hun eigen dromen, zorgen en verhalen, maar als onderdeel van het decor. De lokale bakker wordt een karaktertje, de straatmuzikant entertainment, de architectuur een Instagram-achtergrond.
Dit is precies wat er gebeurt in een pretpark: alles en iedereen is er voor jouw vermaak. De verschrikkelijke ironie is dat echte steden nu hetzelfde mechanisme volgen. Barcelona wordt een soort levensgrote Efteling, compleet met lange rijen (voor de Sagrada Familia), dure souvenirs (in plaats van echte winkels) en personeel dat voortdurend moet glimlachen (de lokale bevolking die afhankelijk is van toerisme-inkomsten).
De race tegen de klok
Waarom doen we dit onszelf aan? Omdat we reizen hebben getransformeerd tot een race tegen de klok. Overal zie je ze: de blogs en vlogs met titels als "10 must-sees in 48 uur" of "Barcelona in een dag". Alsof authenticiteit te vangen is in een Instagram-story van vijftien seconden.
We verzamelen steden zoals we vroeger Pokemon-kaartjes verzamelden. Niet omdat we daar zo graag naartoe willen, maar omdat iedereen anders er ook is geweest. We lijden allemaal aan FOMO - Fear Of Missing Out. Social media heeft dit nog erger gemaakt: je reis telt niet als je er geen foto van hebt. Je bent niet echt in Barcelona geweest als je geen selfie hebt bij Park Güell.
Het gaat niet meer om de ervaring zelf, maar om het bewijs dat je die ervaring hebt gehad. We zijn gestopt met reizen en begonnen met het verzamelen van digitale trofeeën. Tick, Park Güell. Tick, Sagrada Familia. Tick, Las Ramblas. Op naar de volgende stad, want de Instagram-story moet vol.
Wie betaalt de rekening?
Ondertussen zijn het de lokale bewoners die de prijs betalen. Niet alleen financieel (hoewel een stijging van 68% van de huurprijzen al erg genoeg is), maar ook emotioneel en sociaal. Ze worden vreemdelingen in hun eigen stad, verdreven uit hun eigen buurten, gereduceerd tot dienstverleners in andermans vakantie.
De gemeenten roepen steeds dat toerisme banen creëert, maar wat voor banen? Kamermeisjes, obers, souvenirverkopers - precies het soort werk dat je hebt in een pretpark. Weinig creativiteit, weinig toekomstperspectief, en altijd met een glimlach want 'de klant is koning'.
Venice heeft al geprobeerd om het tij te keren met toegangsgeld van 5 euro voor dagjestoeristen. Barcelona wil alle Airbnb's sluiten tegen 2028. Maar het voelt als dweilen met de kraan open. Want achter elke maatregel loert alweer de volgende golf toeristen, de volgende investeerder die een hotel wil bouwen, de volgende startup die een nieuwe manier heeft bedacht om 'lokale ervaringen' te verkopen.



Het alternatief: slow tourism
Maar wat als we stoppen met het verzamelen van digitale trofeeën en beginnen met echt ervaren? Een middag op een wijngaard ergens in de heuvels rond Barcelona, Madrid of Lissabon. Geen haast, geen checklist, geen selfie-stick. Alleen diepgaande gesprekken met lokale producenten, het proeven van terroir, het voelen van de wind tussen de wijnranken.
Dit is waar slow tourism begint - kwaliteit boven kwantiteit, aanwezigheid boven documentatie. In plaats van tien steden in twee weken, blijf je twee weken in één stad. Je leert de buurtwinkelier kennen, ontdekt het park waar alleen locals komen, proeft het restaurant dat geen TripAdvisor-stickers op de deur heeft.
Het klinkt utopisch, maar het is eigenlijk heel simpel: behandel de plek waar je komt als een thuis, niet als een pretpark. Wees een gast, geen consument. Geef terug aan de gemeenschap die je verwelkomt, in plaats van alleen maar te nemen.
De waterpistool-revolutie
Misschien zijn die waterpistolen in Barcelona wel het perfecte symboel voor onze tijd. Een kinderachtig speelgoed als wapen tegen een kinderachtige industrie die volwassen steden heeft veranderd in speeltuinen voor rijke westerlingen.
Het is tegelijkertijd hoopvol en triest. Hoopvol omdat het laat zien dat mensen nog steeds bereid zijn te vechten voor hun recht op een gewoon leven. Triest omdat het nodig is om je eigen stad te moeten terugveroveren met waterpistolen.
Maar misschien moeten we die Barcelonezen dankbaar zijn. Zij laten ons zien wat er gebeurt als we toestaan dat alles - werkelijk alles - een product wordt. Hun protest is meer dan alleen een lokale opstand tegen drukte. Het is een fundamentele vraag over hoe we willen leven: als mensen in echte steden, of als figuranten in elkaars pretparken.
Want uiteindelijk gaat het niet over toerisme. Het gaat over de vraag of we nog geloven dat sommige dingen - zoals thuis, gemeenschap, gewoon menselijk leven - meer waard zijn dan geld. En of we bereid zijn om ervoor te vechten, al is het maar met een waterpistool.
Rudi D'Hauwers - Geograaf en AIoptimist - 15 juni 2025
Disclaimer: dit document bevat deels AI-gegenereerde inhoud. Alle intellectuele input en redactionele controle berust bij de auteur.
Reactie plaatsen
Reacties