
Wat een voorrecht om te mogen leven in een land waar elke stap die je zet, elke baksteen die je legt, en elk pintje dat je schenkt, wordt bewaakt door een leger van toezichthouders! Ik ben zo blij dat we in België het geluk hebben om niet één, niet twee, maar tientallen administratieve diensten te mogen omarmen. Want laten we eerlijk zijn: wie wil er nu leven in een stad zonder een uitgebreid netwerk van controleurs, inspecteurs, vergunningverleners, en ombudsmannen?
Dit is natuurlijk maar een mening van iemand die het geluk heeft om ondernemer te zijn in het land van de bureaucratische overvloed.
Het lokaal toezichtscircus
Laat ons beginnen bij de basis: de gemeente. Wat een rijkdom aan diensten! De Dienst Toezicht Wonen, Bouwen en Milieu houdt liefdevol de vinger aan de pols bij elk bouwprojectje. Gelukkig hoef ik niet meer zelf na te denken over of mijn schutting volgens de voorschriften staat – er is een hele afdeling die dat voor mij doet! En dan heb je nog de gemeentelijke administratieve sancties, want wie wil er nu leven in een wereld zonder GAS-boetes voor het plaatsen van een bloembak op de verkeerde plaats?
Maar het wordt nog mooier: elke gemeente heeft tegenwoordig ook een eigen ombudsdienst. Want stel je voor dat je een klacht hebt over de dienst die toezicht houdt op de dienst die controleert of je wel correct hebt aangegeven dat je een nieuwe brievenbus hebt geplaatst. Dan heb je gelukkig weer een andere dienst om daarover te klagen!
Het Vlaamse wonderland
Op Vlaams niveau wordt het pas echt indrukwekkend. De Vlaamse Toezichtcommissie houdt toezicht op de gegevensbescherming bij Vlaamse instanties. Want wie zou er willen dat je privacy niet door een aparte commissie wordt bewaakt terwijl andere commissies toezien op de commissies die toezien op je gegevensbescherming?
Het agentschap Wonen in Vlaanderen heeft een hele afdeling Toezicht die GLOBO’s uitvoert – globale onderzoeken bij woonmaatschappijen. Wat een prachtig acroniem! Niets zegt “efficiëntie” zoals het bedenken van nieuwe afkortingen voor bestaande werkzaamheden.
De Federale kroon op het werk
Maar de echte pièce de résistance is natuurlijk de FOD Financiën. Deze dienst, die al sinds 1830 bestaat, heeft zich in de loop der tijd opgesplitst in zes verschillende administraties. Waarom zou je één dienst hebben als je er zes kunt hebben? De Administratie van Fiscale Zaken coördineert, de Administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit controleert, en de Administratie van de Bijzondere Belastinginspectie… inspecteert bijzonder, neem ik aan.
Het Horeca-huzarenstukje
Voor wie het geluk heeft een horecazaak te runnen, opent zich een waar paradijs aan vergunningen. Je hebt een moraliteitsattest nodig om drank te schenken – want wie weet wat er gebeurt als iemand zonder bewezen moraliteit een pintje tapt? Het FAVV zorgt ervoor dat je geregistreerd, erkend of toegelaten bent voordat je ook maar één boterham mag serveren. En dan is er nog het brandweerattest, het hygiëneattest, de exploitatievergunning, en natuurlijk de vergunning voor sterke dranken.
Wat een geluk dat Tienen recent heeft aangekondigd dat elke horecazaak binnen drie maanden een veiligheidsplan moet hebben, anders verlies je je vergunning. Want we leefden natuurlijk al die jaren in dodelijk gevaar omdat cafés geen veiligheidsplan hadden!
De Ombuds-orgie
Maar het kronjuweel van ons systeem zijn ongetwijfeld de ombudsdiensten. We hebben de federale ombudsman, de Vlaamse ombudsvrouw, de consumentenombudsman, de ombudsdienst voor telecommunicatie, voor energie, voor pensioenen, voor de trein, voor verzekeringen, voor de post, en zelfs één voor het notariaat. Elke stad heeft bovendien zijn eigen ombudsdienst.
Wat een vooruitziende blik om voor elke mogelijke frustratie een aparte klachtendienst te hebben! Want stel je voor dat je ontevreden bent over hoe de ombudsman voor energie je klacht over de ombudsman voor telecommunicatie heeft behandeld. Dan heb je gelukkig nog de federale ombudsman om daarover te klagen!
De Paradox van meer controle, minder resultaat
Nu we het hele toezichtsspektakel hebben verkend, is het tijd om even stil te staan bij het meest wonderlijke: ondanks al deze controles, blijven de problemen bestaan. Sterker nog, vaak worden ze alleen maar groter. Hoe kan dat toch?
Het centrale probleem ligt in wat experts de “toezichtsparadox” noemen. Hoe meer controlemechanismen er worden ingevoerd, hoe minder effectief het systeem wordt. In België besteden ondernemingen jaarlijks ongeveer 6 miljard euro aan administratieve verplichtingen, wat neerkomt op 1,6% van het BBP. Deze kosten zijn tussen 2020 en 2022 met meer dan 20% gestegen, ondanks beloftes van de regering om ze te verlagen.
De Vlaamse gemeenten ervaren dit dagelijks: ondanks tientallen toezichtsdiensten blijven besturen het toezicht “vaak als betuttelend en belemmerend” ervaren. Er heerst verwarring over de dubbele rol van toezichthoudende overheden als zowel coach als scheidsrechter.
Overlap en versnippering: het grote spel van de bureaucratie
Een cruciaal probleem is de enorme overlap tussen verschillende toezichtsorganen. Uit onderzoek naar het politietoezicht blijkt dat er “overlap is tussen de verschillende toezichtsorganen en dat zij alle drie klachten behandelen”. Dit geldt ook breder: gemeenten worden geconfronteerd met controles van lokale, provinciale, Vlaamse en federale instanties die vaak dezelfde zaken controleren.
Het Sociaal-Economisch Raad van Vlaanderen (SERV) beveelt dan ook aan om “overlappingen in inspectie en handhaving weg te werken door sterk analoge inspectietaken te bundelen”. De realiteit is echter dat 40% van de middelen uit het Vlaamse gemeentefonds naar enkele grote steden gaat, terwijl de verdeling “niet optimaal” is en sommige criteria al meer dan 20 jaar niet geactualiseerd zijn.
Personeelstekorten en capaciteitsgebrek: de grote leegloop
Een tweede fundamentele oorzaak is het gebrek aan voldoende gekwalificeerd personeel. In 2018 vonden slechts 21.189 transportcontroles plaats in België, tegenover 45.592 in 2016 – een daling van meer dan de helft door een personeelsdaling van 20%. Door dit personeelstekort moet “hetzelfde gebied worden gecontroleerd” met minder mensen, wat ervoor zorgt dat “een inspecteur in totaal minder controle uit kan voeren”.
De Vlaamse regering-Jambon schrapte 1.400 ambtenaren om 75 miljoen euro te besparen, maar de uitbestedingskosten schoten omhoog van 449 naar 612 miljoen euro. Consultants werden massaal ingehuurd om de gaten te vullen, “zonder de informale netwerken en institutionele kennis van de mensen die voordien het werk deden”.
Een concreet voorbeeld van hoe controles falen komt uit Nederland, maar illustreert een universeel probleem. Toezichthouders voerden controles uit op momenten dat er geen overlast was, terwijl uit klachten duidelijk was dat problemen ’s nachts tussen 01u en 02u plaatsvonden. De controlemomenten vonden bovendien plaats tijdens zomervakantie toen er geen activiteiten waren, waardoor deze “niet als representatieve resultaten te betitelen” waren.
In Hasselt werd vastgesteld dat er “overlap tussen toezichtsdiensten” bestaat, waardoor “wegens de overlap gewerkt werd op drie sporen: preventief, reactief en proactief”. Deze versnipperde aanpak leidt tot inefficiëntie en onduidelijkheid over verantwoordelijkheden.
Het systeem lijdt aan wat experts “Red Tape” noemen – “de nalevingslast veroorzaakt door regels, procedures en voorschriften die weinig bijdragen aan hun initiële doelstelling”. Maatschappelijk werkers besteden veel tijd aan administratieve taken die “een onvermijdelijk maar belastend deel van hun takenpakket” vormen.
De economische realiteit: de kosten van de controles
De kosten van al deze controles staan niet in verhouding tot de resultaten. Meer dan 60% van de Europese bedrijven ziet regelgeving als een belemmering voor investeringen. In Frankrijk wordt geschat dat bureaucratische formaliteiten jaarlijks een BBP-verlies van ongeveer 4% veroorzaken, waarvan 2,7% het gevolg is van onderinvestering en 1,3% van misallocatie.
Voor België schatten experts dat “de kans op controle even groot zou moeten zijn voor eenzelfde fiscaal risico”, maar door personeelstekorten geven centra “de voorkeur aan imperatieve controles die niet konden worden gerealiseerd op hun quota”. Dit leidt tot willekeurige handhaving en ongelijke behandeling.
Paradoxaal genoeg leidt meer regelgeving vaak tot meer problemen. Uit onderzoek blijkt dat “bij een stijgende bureaucratisering het geen toeval is dat er meer en meer rechtspraak over ontstaat”. De overheid schuift haar kerntaken door naar burgers en ondernemers, wat resulteert in “dure dode tijd voor de burger wegens een falende overheid”.
Een studie over verkeersveiligheid toont aan dat 34% van de Brusselaars en 35% van de Antwerpenaars vindt dat ze gevaar lopen in het verkeer. Ondanks alle controles en regelgeving voelen inwoners zich dus niet veiliger.
Het probleem wordt bestendigd doordat “er nauwelijks krachten zijn die aan de kant van de efficiency staan”. Bestuurders vragen eerder om meer geld en meer mensen dan om efficiëntere processen. “Het is veel aantrekkelijker om ervoor te zorgen dat het budget groter wordt. Lukt dat niet, dan is de vijand extern”.
Bovendien zijn “gemeenten niet zozeer gericht op financieel maar op maatschappelijk rendement”, wat betekent dat efficiëntie-overwegingen vaak ondergeschikt zijn aan politieke doelstellingen.
Dit cynische verhaal raakt de kern: het systeem van controles is zo complex geworden dat het zichzelf in stand houdt zonder de onderliggende problemen op te lossen. Elke nieuwe regelgeving creëert de behoefte aan nieuwe toezichthouders, elke overlap rechtvaardigt weer een nieuwe coördinerende instantie, en elke inefficiëntie wordt beantwoord met meer bureaucratie in plaats van minder.
De realiteit is dat “de belasting om aan een regel te voldoen groter is dan het nut dat deze regel oplevert”. Totdat dit fundamentele evenwicht wordt hersteld, zullen al die controles inderdaad geen enkel probleem oplossen – ze worden zelf het probleem.
De omgekeerde wereld
Wat een wonderlijk land, waar het abnormale normaal is geworden. We bewonderen corruptie niet, maar we behandelen bureaucratie als een nationale sport. We klagen niet over de overheid, maar over het gebrek aan meer overheid. We lachen om de absurditeit, maar blijven ondertussen braaf papierwerk invullen.
Gelukkig kunnen we altijd terecht bij de ombudsdienst, de toezichtsdienst, de vergunningendienst, of gewoon bij de dienst die toezicht houdt op de dienst die toezicht houdt op de dienst die toezicht houdt. Want wie wil er nu leven in een wereld waar problemen daadwerkelijk worden opgelost?
Dit is natuurlijk maar een mening van iemand die het geluk heeft om ondernemer te zijn in het land van de bureaucratische overvloed. Maar als u het er niet mee eens bent, weet u nu tenminste bij welke dienst u terecht kunt om te klagen.

Reactie plaatsen
Reacties