
Een verweesde liberaal na 40 jaar engagement
Na vier decennia van onvoorwaardelijk liberaal engagement (ik was toen een prille twintiger), voel ik mij vandaag verweesd achterblijven. Waar ik ooit met trots het blauwe vaandel droeg, ben ik nu getuige van een partij die zichzelf tot op het bot heeft uitgehold. Mijn politieke thuis, jarenlang een baken van vooruitgang en vrijheid, is gereduceerd tot een schim van wat ze ooit was. Met een mengeling van weemoed, cynisme en een vleugje zwarte humor kijk ik terug op dertig jaar liberale achtbaan van de VLD: van de gloriedagen van Verhofstadt tot de huidige existentiële crisis waarin zelfs de partijlidkaart niet meer weet bij welke naam ze hoort. Hoe is het zover kunnen komen dat de partij waarvoor ik leefde, nu palliatief is?
Een historische partij die ooit het politieke landschap domineerde, is vandaag gereduceerd tot een schim van haar vroegere zelf. De electorale achtbaan van de Vlaamse liberalen vertelt een verhaal van hoogmoed, vernieuwingsdrang, interne machtsstrijd en talloze identiteitscrises. Volg mee op een cynische en humoristische reis door 30 jaar liberaal geploeter, glorie en ondergang in België.
De voorgeschiedenis: Van liberale wortels tot PVV-rebrand
Voordat we in het VLD-tijdperk duiken, moeten we even terug naar de oorsprong. De Liberale Partij, opgericht in 1846, was niet minder dan de allereerste georganiseerde politieke partij in België. Dat klinkt indrukwekkend, tot je beseft dat "georganiseerd" een nogal vriendelijke term is voor wat in werkelijkheid meer leek op een exclusieve herenclub waar men tussen whisky en sigaren besloot dat het land wel wat minder kerk kon gebruiken.
Na de Tweede Wereldoorlog was de glorie van weleer tanende. Omer Vanaudenhove zag in 1961 maar één oplossing: een extreme make-over. De Liberale Partij werd omgedoopt tot de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (PVV). Het woord "liberaal" verdween uit de naam, want men zie dat een partij eerlijk zegt waar ze voor staat. De ware reden? Openstaan voor katholieken die economisch rechts dachten maar zich ongemakkelijk voelden bij het woord "liberaal". Niets zegt immers "vrijdenkerij" als je partijnaam aanpassen om religieuze kiezers niet af te schrikken.
In 1972 werd de PVV officieel opgesplitst in een Vlaams en een Waals gedeelte. Dat was niet bepaald een vreedzame scheiding zoals je moderne co-ouderschap regelt, maar eerder het resultaat van communautaire spanningen die zo hoog opliepen dat zelfs de liberalen, traditioneel vrij onverschillig over de taalgrens, besloten dat het tijd was voor een politieke echtscheiding.
De geboorte van VLD: Verhofstadt's "revolutie"
Enter een jonge, ambitieuze Guy Verhofstadt. Reeds in 1982, op de rijpe maar jonge leeftijd van 29 jaar, greep hij de macht als voorzitter van de PVV. Tussen 1989 en 1992 transformeerde hij van een thatcheriaanse hardliner tot een man met een missie: de PVV moest dood, lang leve de VLD!
Waarom deze naamsverandering? De PVV had een imago-probleem. Sommige grapjassen noemden de partij spottend "Pest Voor Vlaanderen". Als je politieke tegenstanders je partij vergelijken met een dodelijke ziekte, is het misschien tijd voor wat rebranding. Bovendien zag Verhofstadt een kans om de rechtervleugel van de Vlaams-nationalistische Volksunie binnen te halen. Vlaams-nationalisten die liberaal zouden stemmen? Het klonk als water en vuur, maar Verhofstadt geloofde er heilig in.
En zo geschiedde het dat Verhofstadt in november 1992 een vierdaags partijcongres organiseerde in Antwerpen. De eerste twee dagen werd de PVV ceremonieel ten grave gedragen in één hotel, om vervolgens in een ander hotel als een feniks uit haar as te herrijzen als de Vlaamse Liberalen en Democraten (VLD). Zo theatraal als het klinkt, zo was het ook. Verhofstadt had niets aan het toeval overgelaten, inclusief het dramatische hotelwisselen. Want niets zegt "wij zijn een nieuwe partij" als een ander overnachtingsadres, nietwaar?.
Hoogdagen: VLD als grootste partij en Verhofstadt als premier
De daaropvolgende jaren werkte Verhofstadt gestaag aan het succes van zijn nieuwe creatie. Dit kreeg in 1999 zijn ultieme bekroning toen de VLD de grootste partij van Vlaanderen werd. Na jaren van christendemocratische dominantie wisten de liberalen eindelijk de macht te grijpen. Verhofstadt mocht zich premier van België noemen - een functie waarvan hij waarschijnlijk al droomde sinds hij voor het eerst een das droeg.
De "paars-groene" regering onder Verhofstadt's leiding zette België internationaal op de kaart als progressieve voortrekker. Het homohuwelijk werd gelegaliseerd, euthanasie werd mogelijk gemaakt. Voor een partij die ooit Thatcher als voorbeeld had, was dit een opmerkelijke ideologische reis. Van de ijzige poolcirkel van het rechtse economische denken naar de tropische branding van progressief liberalisme - zonder winterjas of zonnebrandcrème.
De VLD leek onverslaanbaar. In Verhofstadt's hoofd waren de liberalen bezig aan een mars door de instellingen die generaties lang zou duren. De realiteit bleek weerbarstiger.
Naamsverandering naar Open VLD en eerste tekenen van achteruitgang
Rond 2004 begonnen de eerste barsten te verschijnen in het liberale succesverhaal. Interne conflicten - want wat is een Belgische partij zonder interne conflicten? - begonnen de VLD te verzwakken. De electorale resultaten verslechterden, en de partij werkte samen met Vivant om de schade te beperken.
In 2007 besloot de partijleiding dat een nieuwe naamsverandering het probleem zou oplossen. Want als je beleid en interne organisatie niet wil vernieuwen, verander dan gewoon je logo! De VLD werd "Open Vld" - met een kleine 'd' omdat hoofdletters blijkbaar niet open genoeg overkwamen.Het woord "open" werd toegevoegd om aan te geven dat iedereen welkom was. Behalve dan natuurlijk al die kiezers die massaal voor andere partijen begonnen te stemmen.
Bij de Vlaamse verkiezingen van 2009 werden de eerste tekenen van de liberale achteruitgang pijnlijk duidelijk. "Open VLD, Vlaams Belang en SP.A treuren", kopte VRT. De partij verloor terrein ten gunste van CD&V en de opkomende N-VA. Het kartel CD&V/N-VA scoorde uitstekend, terwijl de liberalen hun wonden likten.
Het Alexander De Croo-tijdperk: hoop en teleurstelling
In 2010 trad een nieuwe hoofdrolspeler op het toneel: Alexander De Croo. Hij trok de stekker uit de regering-Leterme omdat de beloofde splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde uitbleef. Een principiële beslissing die de kiezer niet beloonde - Open VLD verloor fors bij de daaropvolgende verkiezingen.
Ironisch genoeg werd diezelfde De Croo in 2020 premier van een zevenpartijencoalitie, de zogenaamde Vivaldi-regering. Van boeman tot staatshoofd, zo gaat dat in de Belgische politiek. De Croo streefde ernaar om de partij weer relevant te maken, maar de peilingen bleven onverbiddelijk. Open VLD zakte weg in de schaduw van N-VA en Vlaams Belang, terwijl ook Vooruit en CD&V betere tijden doormaakten.
In oktober 2023 brak er opnieuw crisis uit binnen de partij. Na het vertrek van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne werd Paul Van Tigchelt als "wit konijn" uit de hoed getoverd. De premier sprak van "moeilijke dagen voor Open VLD" en stelde dat de partij "haar rug aan het rechten is". Dat was een optimistische interpretatie van een partij die op de intensive care lag met meerdere politieke breuken.

De electorale afstraffing en de poging tot wedergeboorte
In juni 2024 kwam het onvermijdelijke: bij de verkiezingen kreeg Open VLD een historische afstraffing. De partij zakte onder de 10 procent, de vooropgestelde ondergrens die De Croo en voorzitter Tom Ongena zelf hadden bepaald. Politicoloog Carl Devos sprak van "een doemscenario".
Het gevolg liet niet op zich wachten. Voorzitter Tom Ongena kondigde zijn ontslag aan, gevolgd door het volledige partijbestuur. De partij koos voor de oppositie, zelfs toen MR-voorzitter Bouchez zijn Vlaamse zusterpartij probeerde te lokken om federaal mee te regeren. Beter in de woestijn van de oppositie dan verdere vernedering in een regering die tot mislukken gedoemd was.
Begin 2025 werd Eva De Bleeker de nieuwe voorzitster. Haar recept voor herstel? Opnieuw een nieuwe naam! Op 14 september 2025 zou Open VLD een "startmoment" houden waar een nieuwe naam zou worden voorgesteld. Want na "Liberale Partij", "PVV", "VLD" en "Open VLD" is een vijfde naam natuurlijk wat de kiezer echt wil. Niet beter beleid, niet meer interne cohesie, niet een duidelijkere visie - nee, een nieuw letterwoord, dat zou alle problemen oplossen.
Een cynische reflectie op 30 jaar liberaal avontuur
Wat kunnen we leren van deze liberale achtbaan? De geschiedenis van de Vlaamse liberalen is er één van voortdurende identiteitscrises. Eerst kon het woord "liberaal" niet in de naam (PVV), toen moest het er weer in (VLD), vervolgens moest het vooral "open" zijn (Open VLD), en nu is het blijkbaar tijd voor iets compleet nieuws. Het is alsof je elke vijf jaar een nieuwe voornaam kiest omdat je hoopt dat mensen je dan meer zullen waarderen, terwijl je karakter hetzelfde blijft.
De partij die Verhofstadt nieuw leven inblies in 1992 is vandaag een schaduw van haar vroegere zelf. Van grootste partij in 1999 naar politieke dwerg in 2024 - de cirkel van het politieke leven kan wreed zijn. Terwijl de liberalen voortdurend bezig waren met het herdefiniëren van zichzelf, waren hun kiezers al lang vertrokken naar partijen die wél wisten waar ze voor stonden: N-VA voor de Vlaams-nationalisten, Vlaams Belang voor de rechtse proteststemmers, en zelfs de voormalige aartsrivalen van CD&V voor de centrumkiezers.
Misschien is de grootste ironie van allemaal dat de liberalen, die vrijheid zo hoog in het vaandel dragen, zichzelf gevangen hebben gezet in een eindeloze cyclus van herbrandingen en naamsveranderingen. Vrijheid om te veranderen, maar nooit de vrijheid om gewoon zichzelf te zijn.
De toekomst: De feniks herrijst... of niet?
Wat brengt de toekomst voor de Vlaamse liberalen? Als de geschiedenis ons iets leert, is het dat deze partij een verbazingwekkend talent heeft om zichzelf opnieuw uit te vinden. Maar of een zoveelste naamsverandering en "startmoment" in september 2025 het tij zal keren, valt te betwijfelen.
Misschien zou de partij er goed aan doen om terug te keren naar haar wortels. Niet naar 1992, niet naar 1961, maar helemaal terug naar 1846, toen een groep burgers besloot dat vrijheid, onderwijs en betere levensomstandigheden voor de werkende klasse de moeite waard waren om voor te vechten. Of misschien is het tijd om toe te geven dat in een gepolariseerd politiek landschap de centrumpositie die Open VLD probeert in te nemen, simpelweg niet meer bestaat.
Eén ding is zeker: de Vlaamse liberalen zijn kampioen in het overleven van bijna-doodervaringen. De toekomst zal uitwijzen of deze keer werkelijk het einde is, of slechts een nieuw begin. In de tussentijd kunnen we ons afvragen of de "open" in Open VLD niet ironisch genoeg verwijst naar de openstaande deur waardoor de kiezers massaal zijn vertrokken.
De geschiedenis van VLD en Open VLD is er één die elke politieke partij zou moeten bestuderen. Ze toont hoe snel succes kan omslaan in mislukking, hoe een partij kan verdwalen in haar zoektocht naar identiteit, en hoe de gunst van de kiezer even vluchtig is als een Belgische zomerdag zonder regen.
Van de ambitieuze vernieuwing onder Verhofstadt tot de wanhopige pogingen tot herbronning onder De Bleeker - de Vlaamse liberalen hebben een volledige levenscyclus doorgemaakt. Geboren uit de as van de PVV, gloriedagen onder Verhofstadt, en nu een vrije val naar politieke irrelevantie.
Terwijl de partij zich voorbereidt op haar zoveelste heruitvinding, kunnen we ons afvragen: Wat blijft er eigenlijk nog over om "open" te zijn? De partijkas is leeg, de fractie is gedecimeerd, en het vertrouwen van de kiezer lijkt verdampt. Misschien is het tijd om toe te geven dat sommige dingen beter gesloten blijven - zoals het hoofdstuk van een partij die niet meer weet waarvoor ze staat.
Of zoals een cynische Vlaming zou zeggen: "Met een nieuwe naam vang je geen nieuwe kiezers. Alleen oude kiezers die vergeten zijn waarom ze je in de eerste plaats hebben verlaten."

Epiloog: de overwegingen van politiek journalist Wouter Verschelden
Zoals journalist Wouter Verschelden het heel recent scherp stelde, is Open Vld vandaag een politieke vulkaan die op uitbarsten staat. De poging van voorzitster Eva De Bleeker om met het ontslag van haar partijwoordvoerder de onvrede te sussen, is volgens Verschelden niet meer dan een symbolisch doekje voor het bloeden. De malaise zit veel dieper: de onvrede in de fracties is zo groot dat een collectieve afscheuring dreigt, met plannen om zelfs een nieuwe liberale partij op te richten onder leiding van Frédéric De Gucht. “We gaan recht op een ramp af, als we echt van naam gaan veranderen, zonder inhoudelijk plan. En iedereen beseft dat. De Bleeker zelf moet gewoon weg, maar ze lijkt dat maar niet in te zien,” klinkt het in de wandelgangen.
Het is tekenend dat zelfs het vertrek van een partijwoordvoerder zoveel stof doet opwaaien. De partij verkeert in totale uitzichtloosheid, aldus Verschelden. De aangekondigde naamsverandering en het ideologische congres in september worden door velen gezien als een wanhoopspoging, zonder dat er een inhoudelijk verhaal achter zit. “Met Eva gaan we er niet komen. Die hele ‘heropstanding’ is een ramp, heel dat ‘herstichtingscongres’ is nu al mislukt, nog voor het er komt. "Als we niets doen, zijn we tegen september dood,” citeert Verschelden een partijtopper.
De Bleeker houdt koppig vast aan haar positie, maar binnen de partij groeit de consensus dat haar vertrek onvermijdelijk is. Het scenario van een collectief vertrek uit de partij en het oprichten van een nieuwe fractie lijkt niet langer ondenkbaar. “Het is compleet zot, maar het klopt wel dat dat circuleert. Waanzin,” aldus een hoge blauwe bron.
De conclusie van Verschelden is ontnuchterend: de schade dreigt enorm te worden, wat er ook gebeurt. De partij is stuurloos, de interne verdeeldheid is totaal, en de kans dat Open Vld deze crisis overleeft, wordt met de dag kleiner. “Dit houden we niet lang meer vol,” klinkt het eensgezind binnen de fracties. De liberale familie lijkt haar eigen graf te graven – en het einde, zo voorspelt Verschelden, zal allesbehalve fraai zijn.
Ik kijk er naar en denk: "Na veertig jaar bloed, zweet en bevlogen idealisme te hebben ingevroren in de liberale diepvries, ontdooit nu mijn hart tot een slappe ijsblokjesbak vol gemiste kansen. De partij die ooit vuur spuwde, heeft mijn politieke passie gereduceerd tot een restje bevroren spinazie achterin het vriesvak der geschiedenis – en het enige wat nog warmte geeft, is de gloed van de ondergang die ik, met een mengeling van leedvermaak en rouw, vanaf de zijlijn mag ontdooien. Proost op de volgende naamsverandering!"
Rudi D'Hauwers - 20 mei 2025 - AI-optimist en eeuwig liberaal
Reactie plaatsen
Reacties