Stilstaand erfgoed: hoe 67 jaar wanbeleid in ruimtelijke ordening Vlaanderen en Brussel tot filemuseum maakte

Gepubliceerd op 8 mei 2025 om 13:33

In 1958 gebeurde er iets bijzonders in België: de geboorte van onze allereerste files. Wat begon als een verkeersprobleempje tijdens Expo 58 in Brussel, is uitgegroeid tot nationaal erfgoed. De Belgen, en vooral de Vlamingen, hebben de file verheven tot kunst. Waarom? Omdat de overheid, projectontwikkelaars en gemeenten sinds die gedenkwaardige wereldtentoonstelling consequent hebben gekozen voor een chaotische ruimtelijke ordening die filevorming niet alleen mogelijk maakt, maar actief aanmoedigt. Hoe? Door kantoren te bouwen waar niemand ze nodig heeft, woonwijken aan te leggen ver van alle voorzieningen, en steeds meer asfalt te gieten zonder enige visie. Waar? Van de Antwerpse Ring tot het Brusselse viaduct van Vilvoorde. Wanneer? Elke werkdag, maar vooral tijdens die heerlijke ochtend- en avondspitsen waar we collectief stilstaan om na te denken over onze levenskeuzes.

In 2024 bereikte deze nationale obsessie nieuwe hoogten met het zwaarste filejaar ooit. Tien van de twaalf maanden verbrijzelden filerecords, met november 2024 als absolute kampioen - de zwaarste filemaand in de Belgische geschiedenis. Dit is geen toeval, maar het resultaat van 67 jaar zorgvuldige planning, of beter gezegd, het complete gebrek daaraan.

Laten we even stilstaan bij de cijfers - iets wat Belgische automobilisten uitstekend kunnen. Vorig jaar waren er maar liefst 60 dagen met meer dan 200 kilometer file. Dat is een verdrievoudiging op amper twee jaar tijd! Tijdens de ochtendspits stond er gemiddeld 159 kilometer file, 's avonds nog steeds 145 kilometer. Als je deze files achter elkaar zou leggen, zou je bijna van Oostende naar Maastricht kunnen rijden - in theorie althans, want in praktijk zou je natuurlijk stilstaan.

De wortels van deze prestatie gaan terug naar Expo 58, toen minister van Openbare Werken Omer Vanaudenhove een "nooit geziene moderniseringsoperatie" lanceerde. "Onze gasten moeten een gemakkelijk toegankelijke stad vinden," verklaarde hij trots. De eerste tunnels werden gebouwd om files te vermijden, maar verkeershistorici bevestigen dat deze maatregel precies het tegenovergestelde effect had. Een klassiek Belgisch succes: een probleem oplossen door het erger te maken.

In de daaropvolgende decennia heeft België deze traditie met verve voortgezet. Terwijl andere Europese landen bezig waren met zaken als "planning", "visie" en "langetermijndenken", ontwikkelde België zijn eigen unieke aanpak: de "ad-hoc-ologie". Dit wetenschappelijke principe bestaat eruit beslissingen te nemen zonder rekening te houden met wat eerder was gepland. De relatie tussen kantoren en planning in Brussel kan worden samengevat als "een aaneenschakeling van gemiste kansen" - wat toevallig ook de perfecte slogan zou zijn voor de Belgische ruimtelijke ordening in het algemeen.

De Vlaamse ruimtelijke ordening is een meesterwerk van chaotische planning. In tegenstelling tot Nederland, waar elke vierkante meter doordacht wordt ingevuld, heeft Vlaanderen gekozen voor het 'confetti-model': strooi wat huizen hier, een industrieterrein daar, een winkelcentrum ginds, en verbind alles met kronkelende wegen die nergens echt naartoe leiden. Het resultaat? Een lintbebouwing die de afgunst wekt van planologen wereldwijd. "Hoe krijg je het voor elkaar?" vragen ze zich af. Het antwoord is simpel: decennia van politieke beslissingen gebaseerd op kortetermijnbelangen en een heilig ontzag voor het individuele recht om overal te bouwen waar men maar wil.

Het meesterwerk van deze aanpak is ongetwijfeld de "urban sprawl" in Vlaanderen. Wat een prestatie! Grote villa's op grote percelen, ver van alles, waardoor iedereen gedwongen wordt een auto te gebruiken voor de kleinste boodschap. Monofunctionele wijken waar je kilometers moet rijden om een brood te kopen. Bedrijventerreinen zonder fatsoenlijk openbaar vervoer. Kantoorgebouwen langs verkeersaders die al verstopt waren voor ze werden gebouwd. Geen wonder dat we wereldkampioen file zijn!

En laten we niet vergeten dat Brussel in 2010 officieel werd uitgeroepen tot filehoofdstad van Europa, volgens onderzoek van TomTom. Eindelijk een internationale erkenning voor al dat harde werk! Terwijl andere Europese hoofdsteden investeerden in uitgebreide metronetwerken en fietspaden, koos Brussel ervoor om kantoorgebouwen te verspreiden langs grote verkeersaders - een briljante zet die garandeerde dat het autoverkeer alleen maar zou toenemen.

De economische kosten van dit filekunstwerk zijn spectaculair. Miljarden euro's verdampen jaarlijks in uitlaatgassen en verspilde uren. Maar dat is een kleine prijs om te betalen voor het in stand houden van onze nationale identiteit. Andere landen definiëren zichzelf door successen; wij Belgen definiëren ons door onze gemeenschappelijke lijdensweg, elke ochtend en avond opnieuw.

Antwerpen blijft de Belgische koploper in filekunst. Op de buitenring tussen Borgerhout en Antwerpen-Oost passeren elke dag 126.000 voertuigen. Nergens staat er meer file. Een prestatie om trots op te zijn! En de komende jaren wordt het alleen maar beter met de Oosterweelverbinding. Bij de stad Gent en Voka verwacht men dat de Oosterweelverbinding heel wat extra files richting Gent zal sturen. De wet van behoud van ellende: files verdwijnen nooit, ze verplaatsen zich alleen maar.

Het mooiste aan de Belgische filekunst is dat hij zichzelf versterkt. Meer wegen leiden tot meer verspreide bebouwing, wat leidt tot meer autoverkeer, wat leidt tot meer files, wat leidt tot meer wegen. Een perfect zelfvoedend systeem dat wetenschappers wereldwijd verbluft.

Het "Beleidsplan Ruimte Vlaanderen" wil het bijkomend ruimtebeslag terugbrengen naar 0 ha/dag tegen 2040. Een nobel streven, maar waarom zo haastig? We hebben 67 jaar gewerkt aan het perfectioneren van onze filekunst, laten we dat niet overhaast tenietdoen met zoiets radicaals als "doordachte planning". Bovendien is 2040 nog ver weg - ruim de tijd voor nog minstens 15 jaar verdere ruimtelijke versnippering.

In maart 2025 bedroeg de filezwaarte "slechts" 810 kilometeruren per werkdag, een lichte daling ten opzichte van februari met zijn 991 kilometeruren per werkdag. Sommigen zouden dit kunnen zien als een positieve ontwikkeling, maar echte fileliefhebbers weten beter: het is slechts een tijdelijke dip in onze glorieuze opmars naar totale verkeersimmobiliteit. Na anderhalf jaar recordbrekende files, is dit de eerste daling sinds september 2023. Geen paniek dus - onze ruimtelijke anarchie zal snel weer voor nieuwe records zorgen.

Ook in het weekend doen we ons best: er was 1,3% meer zaterdagverkeer dan in 2023. Op zondag was er 2,4% meer verkeer dan een jaar eerder. De Belg staat niet alleen stil op weg naar werk, maar ook op weg naar ontspanning. Want waarom zou je thuis blijven als je ook in de file kunt staan?

De renovatie van het viaduct in Vilvoorde zal zo maar eventjes 8 jaar in beslag nemen. Dit is typisch Belgisch langetermijndenken: niet plannen voor de toekomst, maar wel acht jaar besteden aan het repareren van fouten uit het verleden. Tijdens deze werkzaamheden zullen we ongetwijfeld nieuwe filerecords breken.

Wat kunnen we doen om deze prachtige Belgische traditie te behouden voor toekomstige generaties? Hier zijn enkele bescheiden voorstellen:

  1. Erken de Belgische file officieel als immaterieel cultureel erfgoed bij UNESCO. We staan al internationaal bekend om onze files - laten we er een echte toeristische attractie van maken!

  2. Bouw nog meer kantoren op plaatsen die alleen met de auto bereikbaar zijn. Waarom een metrostation gebruiken als je ook een snelwegafrit kunt hebben?

  3. Blijf vooral investeren in meer asfalt. Zoals de geschiedenis perfect heeft aangetoond: meer wegen leiden tot meer files, en meer files betekenen meer behoefte aan wegen.

  4. Vermijd ten allen koste een coherent beleid. Laat elk ministerie, elke gemeente, elke projectontwikkelaar zijn eigen ding doen. Coördinatie is de vijand van een goede file.

  5. Betaal architecten extra om woonwijken te ontwerpen zonder winkels, scholen of werkplekken in de buurt. Hoe verder alles uit elkaar ligt, hoe meer kilometers we allemaal moeten rijden.

Ondertussen kunnen we ons allemaal verheugen op de rest van 2025, dat op weg is om alle filerecords te breken. De verbeterde economie, toegenomen werken en de traditionele Belgische regenbuien beloven ons een jaar van ongekende stilstand op onze wegen.

De volgende keer dat je urenlang in je auto zit en geen meter vooruit komt, neem dan even de tijd om te reflecteren. Je bent geen verkeersslachtoffer, je bent een deelnemer aan een van de langstlopende Belgische tradities: de kunst van het stilstaan. Een traditie die begon in 1958 en, dankzij ons aller inzet en vooral dankzij onze briljante ruimtelijke ordening, nog vele decennia zal voortduren.

Want als er één ding is waar we als Belgen echt goed in zijn, dan is het stilstaan terwijl de rest van de wereld vooruit gaat.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.